De Gelderse PVV vindt dat er een nieuw en uitvoerig bodemonderzoek gedaan moet worden op het Vasim-terrein in Nijmegen. Hier moet het Vrijheidsmuseum WO2 komen in een fabriekshal.
De PVV concludeert op basis van eerdere bodemonderzoeken dat niet bekend is hoe het met de gesteldheid van het terrein is. „Je moet voorkomen dat je een kat in de zak koopt”, zegt Ton Diepenveen van Kafi Integrity, die de studie samen met de PVV uitvoerde.
De PVV en Kafi Integrity halen in hun rapport (bekijk hier het rapport) vier bodemonderzoeken aan die sinds 1990 op het Vasim-terrein zijn uitgevoerd. Die wijzen in ieder geval op lichte verontreinigingen. Zwaardere zijn niet uitgesloten.
Het terrein is niet in zijn geheel onderzocht. Dat zou alsnog moeten gebeuren, vindt Marjolein Faber van de PVV. Zij denkt dat er rekening mee gehouden moet worden dat bestaande verontreigingen wel degelijk extra kosten met zich meebrengen.
Faber vindt daarvoor vooral houvast in het laatste onderzoek, uit 2011. Daarin staat dat de hoeveelheden koper, nikkel, zink, kwik, pak’s en pcb’s vrij hoog zijn. Op het terrein rondom de fabriek liggen oude asfaltlagen. Eronder ligt puin, afkomstig van gebouwen uit de Nijmeegse binnenstad die plat werden gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1944.
De PVV is hoe dan ook tegen de bouw van het Vrijheidsmuseum WO2. Ze vindt dat er te veel gemeenschapsgeld naartoe gaat. De provincie Gelderland wil 7,25 miljoen euro betalen, Nijmegen 6 miljoen. De PVV wil niettemin weten hoe het met vervuiling zit. „Want daardoor kan het plan financieel nog minder haalbaar zijn dan het nu is. Als ze straks twee jaar bezig zijn en een zeperd met de grond hebben, kan de belastingbetaler daar voor opdraaien.”
Bron: de Gelderlander