Dit college zorgt goed voor zich zelf. Ze gaat de regels betreffende het gebruik van de dienstauto verruimen. Maar het college slaat zich eerst op de borst door aan te geven: wij gaan geen gebruik meer maken van de compensatie fiscale bijtelling. Ik moet toegeven voorzitter, even was ik verheugd. Zij gaan begrijpen dat het niet nodig is om 110.000 euro per jaar te verspillen! Hoera! Maar toen ik doorlas zag ik bedenkelijke zaken.
Het college stelt voor om de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland, kortom de Verordening, en de Gedragscode bestuurlijke integriteit Commissaris van de Koningin en gedeputeerden, kortom de Gedragscode, aan te passen. D.m.v. de Gedragscode had het college zichzelf strengere eisen opgelegd. Die gaan nu voor een deel verdwijnen, als dit voorstel wordt aangenomen. Na enig puzzelen, blijkt dat uit de Gedragscode, in artikel 9, lid 3 de centrale registratie van het gebruik dienstauto’s wordt verwijderd. Deze verwijdering stond niet klip en klaar in het voorstel. Tijdens de commissie vergadering bleek ook dat er geen enkel commissielid dat door had. Voorzitter, dit is nu zo’n voorbeeld, waardoor statenleden op het verkeerde been worden gezet. De gedeputeerde heeft aangegeven dat er nog wel registratie zal plaats vinden. Maar GS legt zich in deze zich niet formeel vast. Heeft GS iets te verbergen? Waarom deze verwijdering uit het artikel? Graag een reactie van GS. Registratie zal plaats moeten vinden als men fiscale bijtelling wil voorkomen. Uit de digitale rittenadministratie blijkt dat er niet meer wordt geregistreerd op persoon, maar op functie. Mijn vraag aan GS is, wordt de rittenadministratie nog vastgelegd per persoon? Registreert de chauffeur de ritten nog per persoon?
Van verruiming van het gebruik van de dienstauto is sprake dat men van te voren geen toestemming meer nodig heeft, van het college voor het gebruik in bijzondere gevallen, in zake woonwerk verkeer en neven functies. Dus het college hoeft zich niet meer te verschuilen achter de algemeen directeur, die in het verleden onbevoegd deze toestemming gaf. Maar GS mag nu voor af , indien zoveel mogelijk een melding doen. Deze regel is zo slap als een afgetrokken theezakje. Smakeloos. Men kan dus onbeperkt gebruik maken van de dienstauto.
Verder dient het begrip woning (art 9.6 gedragscode en art. 23 lid 2 Verordening) nader te worden omschreven. Het moet duidelijk zijn dat dat de woning is waar men feitelijk verblijft. Is GS bereidt dat nader te specificeren?
Dit college geeft aan te staan voor transparantie. Daarom zou het ook verhelderend zijn om aan te geven welke nevenfuncties door de gedeputeerden worden uitgevoerd uit hoofde van hun ambt. Bij artikel 9.4 van de Gedragscode dient verwezen te worden naar een bijlage waarin per gedeputeerde de nevenfuncties staan die uitsluitend en allen gerelateerd zijn aan hun ambt, dus geen voorzitterschap van de eigen partij of het zitting hebben in een commissie dat niets met hun functie te maken heeft.
Is GS hier toe bereid?
Tweede termijn
Vrz, PS heeft een controle taak. Door het niet meer registreren van de ritten per persoon, wordt er een controle instrument als de rittenadministratie , aan PS ontnomen. Ik roep dan ook PS op, om niet akkoord te gaan met schrappen van de centrale rittenadministratie. Waarom zou u Staten een dergelijk controle instrument uit handen laten nemen? Het is niet GS die beslist, maar u. Laat dat alstublieft tot u door dringen. Bij deze dien ik dan ook een amendement om In artikel 9.3 van de Gedragscode niet de regel “Het gebruik van deze voorziening wordt centraal geregistreerd” , te schrappen .
En dan het laatste amendement betreft gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling in bijzondere gevallen. Het verzoek is om artikel 9.6b van de Gedragscodeals in het voorstel als volgt wijzigen:
“ zo mogelijk vooraf melding wordt gemaakt in het College van Gedeputeerde Staten”
te vervangen door
“vooraf toestemming wordt gevraagd aan het College van Gedeputeerde Staten”.