Inleiding

In het Statenvoorstel PS 2011-778 zijn afspraken en uitgangspunten opgenomen ten behoeve van de uitvoering en implementatie van het onderhandelingsakkoord. Deze uitgangspunten zien in het bijzonder toe op het verdelingsvraagstuk inzake de verwervings- en inrichtingsopgave per provincie. Nu alle provincies hebben ingestemd met het onderhandelingsakkoord, dan wel daaraan uitvoering willen geven, is het verdelingsvraagstuk relevant voor het proces om te komen tot een herijkte EHS per provincie.

Alhoewel het verdelingsvraagstuk primair een aangelegenheid is voor de dagelijkse besturen, mogen van Provinciale Staten richtinggevende uitspraken worden verwacht, welke inzet daarbij door uw college dient te worden gepleegd, immers elke opgave hoe klein of groot ook raakt het budgetrecht van Provinciale Staten. Immers elke opgave heeft consequenties voor verwervingskosten, inrichtingskosten en uiteindelijk beheerskosten.

Bij de behandeling van het Statenvoorstel PS 2011-778 heeft de PVV fractie aangedrongen in te zetten op een beperkte opgave verwerving, temeer daar in de voorgaande jaren in onze provincie aanzienlijke hectares cultuurgrond ten behoeve van natuurontwikkeling zijn verworven, die grotendeels nog niet zijn overgedragen, laat staan voor natuurontwikkeling zijn ingericht.

Vragen

1. Op welke wijze denkt uw college onze Staten te betrekken bij de bepaling van de inzet voor de ontwikkelopgave?
2. Is uw college bereid het Gelderse voorstel, dat daarvoor bij het IPO en de overige provincies wordt ingebracht, dan wel de uitgangspunten die daarvoor worden gehanteerd, van te voren voor te leggen aan Provinciale Staten? Zo ja, per wanneer?
3. In de afspraken is er sprake van dat elke provincie voor 1 mei 2012 inzicht verstrekt in die ontwikkelopgave; wanneer overweegt uw college die ontwikkelopgave aan ons voor te leggen?

Bij de behandelingen van het Onderhandelingsakkoord en de Programmatische Aanpak Stikstof in de Tweede Kamer is grote onduidelijkheid naar voren gekomen over de kosten van herstelbeheer en van de noodzakelijke hydrologische maatregelen in de Natura 2000-gebieden, als ook hoe de verdeling van die kosten zijn tussen rijk, provincie en/of waterschap. Ook is niet openbaar en duidelijk welke definitieve instandhoudingdoelen worden opgenomen in de definitieve aanwijzingen van de Natura 2000-gebieden, maar wel dat is afgesproken dat in ieder geval door rijk en provincies alle complementaire doelen daarin worden geschrapt. Het is evident dat de uiteindelijke instandhoudingdoelen relevant zijn voor welk herstelbeheer dat nodig is, welke hydrologische maatregelen noodzakelijk zijn en welk overige beheer in welke beheersperiode dan ook. Het wordt steeds meer en meer duidelijk dat het uiteindelijk de provincies en waterschappen zijn die grotendeels de kosten hiervan zullen moeten dragen, nu bewindslieden onder verwijzing naar het onderhandelingsakkoord aangeven dat daarop de rijksoverheid niet behoeft te worden aangesproken.

Met het oog hierop zijn de begrenzingen van de Natura 2000-gebieden en de instandhoudingdoelen zeer relevant voor herstelbeheer en beheer in de toekomst. Hoewel uitgegaan wordt dat deze kosten passen binnen de afspraken die daarover in het Coalitieakkoord zijn gemaakt, is het gewenst dat uw college Provinciale Staten in de gelegenheid stelt daarvoor hun verantwoordelijkheid na te kunnen komen.

Vragen

1. Alhoewel het een verantwoordelijkheid blijft van de rijksoverheid de Natura 2000-gebieden definitief aan te wijzen, maar er nu tussen rijk en provincie overeenstemming lijkt te zijn over de definitieve instandhoudingdoelen per aan te wijzen Natura 2000-gebied, vraagt de PVV fractie uw college die instandhoudingdoelen thans openbaar te maken en ons, de gebieden en de gebiedscommissies daarover te informeren. Wilt u aan dit verzoek geven? Zo nee, waarom niet?
2. Kan uw college per Natura 2000-gebied aangeven welk herstelbeheer en welke hydrologische maatregelen naar de mening van uw college daarvoor noodzakelijk zijn en wie de kosten daarvan voor zijn rekening neemt?

In de uitvoeringsafspraken die in februari 2012 door rijk en IPO zijn gemaakt, krijgen de provincies in plaats van ultimo 2012 uiterlijk tot 1 juli 2013 de gelegenheid de herijkte EHS te begrenzen.

Vraag

1. Deelt uw college de opvatting van de PVV fractie en de meerderheid van Provinciale Staten dat het gewenst is dat zo spoedig mogelijk op basis van het voorwerk dat daarvoor de Manifestpartijen al hebben verricht, duidelijkheid dient te bestaan over de begrenzing van de herijkte EHS in de provincie Gelderland en dat die duidelijkheid blijvend gewenst is voor de jaarwisseling? Zeker nu Provinciale Staten bij de behandeling van het onderhandelingsakkoord in december 2011 (motie 91) hebben uitgesproken dat die herijkte EHS in 2018 dient te zijn gerealiseerd? Wij horen graag uw opvatting hierover.

De PVV fractie stelt voor de antwoorden op deze statenvragen te agenderen voor een eerstvolgende vergadering van de Statencommissie LCJ, dan wel voor een tussentijdse vergadering als daartoe aanleiding bestaat.