donderdag, 20 december 2012 15:14

Interpellatie debat Verdaas

Voorzitter,

Naar aanleiding van het aftreden van staatssecretaris Verdaas voeren wij in dit huis wederom een debat omtrent deze kwestie, terwijl de reden van zijn aftreden voor ons als PVV fractie eigenlijk al een gepasseerd station is. Immers een jaar geleden is deze kwestie, zij het in de marge, ook al door Provinciale Staten behandeld. Dit nadat wij alle Statenleden hadden voorzien van bewijsstukken die een jaar later voor de heer Verdaas alsnog aanleiding zijn geweest om als staatssecretaris af te treden. Nadat de vergadering van PS in november vorig jaar even geschorst werd omdat men kennis wilden nemen van de inhoud van de bewijsstukken, werd na deze schorsing het volgende namens de fracties in PS naar voren gebracht:

(Mevrouw Meijers PvdA): er heeft niets onoirbaars plaatsgevonden. Alles heeft in de openbaarheid plaatsgevonden en volgens de geldende procedures en afspraken;

(De heer Hutten CDA): ieder woord over dit dossier is er één te veel. De declaraties voldoen aan de verordening;

(De heer Van Kaathoven SP): het is niet relevant waar gedeputeerden slapen;

(De heer Scheffer D66): er is geen twijfel over de woonplaats en wijze van declareren. Spreekt tevens zijn bezorgdheid uit over onhygiënische gang van zaken deze ochtend; Naar aanleiding hiervan heeft Meneer Scheffer zelfs op zijn website opgeroepen tot een cordon sanitaire voor de PVV;

(De heer Van Eck GL):  de regels zijn niet overtreden;

(De heer Plug CU): het is niet de gedeputeerde die onjuiste informatie heeft verschaft, maar de PVV.;  Het lijkt mij onlogisch dat er een staatssecretaris aftreedt op basis van onjuiste informatie.

(De heer Klein SGP): de bestuurlijke integriteit van de gedeputeerde is niet  aangetast. Hij, meneer Verdaas, is bereid verantwoording af te leggen over het bestuur, op het moment dat hem dat wordt gevraagd. M.b.t. de persoonlijke integriteit heeft de SGP geen reden daaraan te twijfelen. De rechtmatigheid is voldoende aangetoond;

(De heer Mulder 50PLUS): er is  geen enkele reden om te twijfelen aan de integriteit van gedeputeerde Verdaas.

Dit alles overziend zou men, dit met de wetenschap van vandaag, tot de conclusie kunnen komen dat de leden van PS naïef zijn geweest. Persoonlijk geloof ik dat niet. Er lagen namelijk twee redenen ten grondslag aan de hiervoor aangehaalde uitspraken, namelijk dat het vertrouwen aan de heer Verdaas door de betreffende fracties zonder meer op voorhand werd gegeven zonder echt kritisch te zijn en ten tweede, dat het elkaar na-papegaaien meer politiek correct werd bevonden, dan zich te verdiepen in de kritische houding en opstelling van een partij als de PVV.

Voorzitter, om dit dossier goed te kunnen doorgronden moet men terug naar 2003 toen de Gedragscode bestuurlijke integriteit Commissaris van de Koningin en gedeputeerden werd vastgesteld. Daarin is onder andere opgenomen, artikel 9.3 dat GS kan bepalen dat in bijzondere gevallen van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer. Verder is daar ook nog de Verordening rechts-positie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007, welke verordening in werking is getreden op 2 april 2008. Graag aandacht voor deze datum! Meneer Verdaas moest vanaf 1 april 2008 woonachtig zijn in de provincie Gelderland.

Daarin is onder andere opgenomen in artikel 23, dat een gedeputeerde een dienst-auto, met of zonder chauffeur, kan gebruiken voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling.

Volgens de heer Verdaas, waarbij ik verwijs naar zijn openbare e-mail van 10 december jl., mochten gedeputeerden de dienstauto niet voor woon-werkverkeer gebruiken toen hij met zijn werkzaamheden als gedeputeerde in Gelderland aanving, hetgeen dan ook geheel in lijn lag met de Gedragscode. Indien men de Verordening en de Gedragscode namelijk naast elkaar legt dan blijkt daaruit dat GS zichzelf in de Gedragscode een zwaarder regime heeft opgelegd daar waar het gaat om het gebruik van de dienstauto’s. GS en dus niet een algemeen directeur, waar de heer Verdaas en GS zich thans achter verschuilen, kan enkel en alleen bepalen of en zo ja in welke gevallen het is toegestaan om de dienstauto voor woon-werkverkeer te gebruiken. De toestemming die de voormalig algemeen directeur zou hebben gegeven, zoals blijkt uit zijn e-mail van 28 november 2011, is dan ook van geen waarde. Maar als men dan al enige waarde aan deze mail zou willen toekennen dan dient daarbij ook meegenomen te worden dat de voormalig algemeen directeur daarin aangeeft dat hij instemde met het feit dat een gedeputeerde af en toe aan het eind van een dag met besprekingen in de provincie niet naar zijn formele huisadres, maar op een ander adres werd  afgezet. Af en toe voorzitter en zo’n 350 ritten met de dienstauto aan het einde van de dag afgezet worden in Zwolle is volgens onze fractie niet af en toe. Bovendien blijkt ook hier dat de voormalig algemeen directeur met het instemmen van het afzetten op een ander adres dan het woonadres, volledig buiten zijn boekje is gegaan nu immers de Gedragscode het uitdrukkelijk heeft over woon-werkverkeer en niet over het afzetten op een willekeurig en ander adres. De PVV fractie kan niet anders vaststellen dan dat de Gedragscode door de voormalig algemeen directeur met voeten is getreden en dat GS dit heeft laten gebeuren en zich vervolgens verschuilt achter het ingenomen standpunt van deze voormalig algemeen directeur. Dit terwijl de algemeen directeur een ondergeschikte is van GS. Gek is blijkbaar niet gek genoeg voor GS.

Voorzitter daar komt bij dat, gelet op artikel 9.3 van de Gedragscode, ook vraagtekens kunnen worden gezet bij het gebruik van de dienstauto’s voor woon- werkverkeer door alle gedeputeerden. Van GS zou de PVV fractie dan ook graag willen vernemen wat de bijzondere gevallen zijn op basis waarvan GS heeft bepaald dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon- werkverkeer door alle gedeputeerden. Ook zouden wij graag vernemen wanneer GS dat heeft bepaald.

Ook het gebruik van de dienstauto met chauffeur van de algemeen direkteur van meneer van Kalmthout is discutabel. De huidige algemeen direkteur baseert zijn gebruik van de dienstauto op een speciaal voor hem genomen besluit van GS op14 juni 2011, dat stoelt op de dienstreisregeling artikel 11, lid 2. “Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kunnen wij afwijken van deze regeling”.

GS gaf aan dat meneer van Kalmthout de auto incidenteel zou gaan gebruiken, alleen als hij ergens per trein of bus niet zou kunnen komen. Hij ging vervolgens met de dienstauto o.a. naar Den Haag, Utrecht, Nijmegen, Apeldoorn. Dit zijn allemaal plaatsen waar de intercities van de Nederlandse Spoorwegen stoppen.

Het kwam voor dat  meneer van Kalmthout gebruik wilde maken van de dienstauto, maar deze niet voor handen was. Maar geen nood, meneer van Kalmthout huurde gewoon een taxi in. Zo ging hij vanuit schouwburg Odeon in Zwolle, vlakbij het station, naar het provinciehuis in Arnhem en van Arnhem naar Apeldoorn . Hij declareerde in die periode 1.439 euro aan taxikosten.

Het is echter twijfelachtig of het besluit genomen door GS op 14 juni 2011 wel juridisch houdbaar is. Bijzondere omstandigheden betekent incidenteel.  In anderhalf jaar tijd nam meneer van Kalmthout 75 maal  plaats in de dienstauto met chauffeur.

De PVV fractie vraagt dan ook aan GS om per direkt terug te komen op het eerder genoemde besluit en de toestemming aan de algemeen direkteur het gebruik van de dienstauto teont zeggen. Graag een reactie van GS.

Gelet op het eerder genoemde sluiten wij niet uit dat de quick-scan, waarvan GS de openbaarmaking tracht te voorkomen middels een beroepsprocedure bij de Raad van State, ook betrekking heeft op de gesignaleerde discrepantie tussen de regelgeving en dagelijkse praktijk.

Op grond van artikel 167 van de Provinciewet moet GS een statenlid alle gewenste informatie geven, mits deze verstrekking in strijd zou zijn met het openbaar belang. GS motiveerde de weigering om de quick-scan vrij te geven met de redenering dat ambtenaren met de door hen ingenomen standpunten moeten worden beschermd en dat het stuk niet van meerwaarde zou zijn voor een goede en democratische bestuursvoering. Voorzitter, een volkomen onzinnige redenering. Sinds wanneer maken GS uit dat een statenlid geen informatie kan krijgen omdat het verstrekken daarvan geen meerwaarde zou hebben? Een statenlid is tot controle geroepen en heeft het recht op de door hem/haar gevraagde informatie. En wat betreft de bescherming van ambtenaren betreft, men had het stuk immers kunnen anonimiseren. Verder is de redenering doorzichtig en hypocriet; men heeft duidelijk de eigen bescherming op het oog, de eigen positie zou wel eens in gevaar kunnen komen als het stuk de pers zou halen.

 

De fractie van de PVV wil GS dan ook vragen of zij bereid is de quick-scan als nog aan PS ter beschikking te stellen? Zo niet wat is daarvan dan de reden dat GS deze informatie nog met goed fatsoen achter kan houden?

En dan hebben wij het nog niet eens gehad over het feit dat in de Gedragscode en de Verordening gesproken wordt over het gebruik van de dienstauto inzake woon-werkverkeer. Volgens de heer Verdaas, waarbij ik verwijs naar zijn e-mail van 10 december jl., hanteerde de algemeen directeur destijds de lijn dat men zich met de dienstauto op ieder gewenst adres in Nederland mocht laten afzetten. Volgens de heer Verdaas sloten de regels deze wijze van gebruik dan ook niet uit. Voorzitter, ik weet niet waarop de heer Verdaas zich baseert, maar volgens de Gedragscode en de Verordening mocht dat niet en mijn fractie stelt opnieuw vast dat de heer Verdaas ook in dit geval de plank weer volledig mis slaat. Hij creëert hiermee dan ook zijn eigen waarheid. En als de heer Verdaas dan gebruik heeft gemaakt van de dienstauto dan mocht hij deze dus uitsluitend gebruiken voor dienstreizen of in bijzondere gevallen voor woon-werkverkeer. Wij hebben vastgesteld dat hij de dienstauto meer dan 735 keer heeft gebruikt om zich te laten ophalen of afzetten in Zwolle. Voor woon-werkverkeer naar nu blijkt nu hij in zijn e-mail van 10 december 2012 onomwonden het volgende aangeeft en ik citeer:

Aan de affaire gaat een heel verhaal vooraf, waarbij je uitgebreid kunt discussiëren over de vraag of de regel dat een wethouder in gemeente / gedeputeerde in de provincie moet wonen nog van deze tijd is nu wethouders/gedeputeerden van buiten kunnen komen en het erg ver gaat om huis-en-haard definitief te moeten verlaten voor een onzekere baan die ieder moment kan eindigen. Maar goed, zo lang dat nog in de wet staat, heb je nu eenmaal met die regels te maken.Ik hield mijn woning in Zwolle daarom aan en had daarnaast een kamer in Nijmegen, waar ik ook ingeschreven stond en ook regelmatig verbleef. Maar ik was ook zeer regelmatig in Zwolle. Daar maakte ik ook nooit een geheim van. Of ik hiermee de geest van de wet volgde is wellicht discutabel, maar politiek is hier eerder door de Gelderse Staten geen negatief oordeel aan verbonden.

Twee dingen vallen mij hierbij op namelijk dat hij regelmatig in Nijmegen verbleef, maar ook zeer regelmatig in Zwolle, dus dat in Zwolle het zwaartepunt van zijn verblijf lag en Zwolle aangemerkt kan worden als zijn woonplaats en ten tweede dat hij in zijn val ook PS meetrekt door thans te stellen dat PS aan dat verblijf in Zwolle geen negatief politiek oordeel heeft verbonden. Dus door uw vertrouwen op voor-hand aan hem te hebben gegeven, wordt dat nu door hem aangegrepen om zijn verblijf in Zwolle te legitimeren. Bovendien trekt hij buiten PS ook GS in zijn val mee nu immers op meerdere vragen van voormalig PS lid Toine van Bergen alsook op vragen van de PVV over de feitelijke woon- en/of verblijfplaats van voormalig gedeputeerde Verdaas op meerdere momenten door GS is geantwoord dat hij in Nijmegen zijn woon- en verblijfplaats had en heeft. Op dat punt is PS op verschillende momenten door GS dan ook onjuist en onvolledig geïnformeerd.

Nu blijkt dat de heer Verdaas zijn feitelijke woonplaats buiten de provincie had terwijl hij in die tijd gedeputeerde was, had hij volgens de Provinciewet zijn ontslag moeten indienen. In tegenstelling tot de heer Verdaas stelt is de PVV fractie van mening dat de door de heer Verdaas ingediende reiskostendeclaraties, waarin hij aangeeft dat hij met eigen auto is gereden van en naar Nijmegen/Arnhem, geen ander doel hebben gediend dan te maskeren dat hij in werkelijkheid in Zwolle woonde. Het is niet geloofwaardig dat hij deze declaraties heeft ingediend met de intentie de provincie niet te benadelen, omdat Zwolle verder weg gelegen was van Arnhem dan Nijmegen. Hiermee geeft hij dan ook nogmaals impliciet aan dat zijn woonplaats Zwolle is. Kan GS ook aangeven sinds wanneer zij op de hoogte waren van de declaraties woon/werkverkeer naar Nijmegen, ingediend door meneer Verdaas? En door wie werden deze declaraties geparafeerd? Was degene die parafeerde op de hoogte van het feit dat niet alle reizen gemaakt waren op de wijze zoals vermeldt staat in de declaraties?

Tot slot wil ik GS vragen hoe het kan dat zij premier Rutte onvolledig heeft geïnformeerd over het dossier Verdaas. Met andere woorden waarom zij, zo het zich tenminste nu laat aanzien, uit eigener beweging geen stukken aan premier Rutte heeft toe-gezonden die over de casus Verdaas zijn ingebracht door onze fractie. Het gaat daarbij om de bewijsstukken die ook in het SIS zijn opgenomen, alsmede over de vragen die wij vorig jaar en dit jaar aan GS hebben gesteld over het gebruik van de dienstauto door Verdaas en over zijn feitelijke woon- en verblijfplaats.

4188 keer gelezen